Meisje waar ben je mee bezig?

Ze leunt tegen de picknicktafel aan de rand van het bos. Haar enorme rugzak rust daarbij op de tafel. Ze ziet me naar boven komen. Hallo! hallo! Ik loop het bos in, zij ook. Het is een breed bospad, ze loopt naast me. Hoezo, denk ik.

Ik werd vanmorgen om 6 uur goed uitgerust wakker. Het zou een lange dag worden. 26 km Eifelsteig.

Ik besloot te blijven liggen en Augustinus te gaan lezen. Augustinus schrijft dat de liefde voor God, de liefde voor onze naaste is. God is liefde en hij waagt het om te draaien: liefde is ook God. Een mooie gedachte om op te kauwen als ik de hele dag alleen wandel.

Na het ontbijt stopte ik in mijn rugzak behalve mijn waterzak en broodtrommel nog een muslireep en een flinke proteïnebar. Ook vulde ik een thermosbeker met heet water en nam een zakje cup-a-soup mee. Daarna ging ik op pad.

De jonge vrouw zegt niet veel. Ze heeft wild gekampeerd en slecht geslapen omdat ze het koud had. Op een smaller pad laat ze me voorgaan en een volgende keer houdt ze een tak voor me opzij. Ik vraag haar of het tempo niet te laag is voor haar. Nee het tempo is goed. Ze heeft een blessure opgelopen aan een kuitspier. Door de pijn aan haar been had ze ook slecht geslapen.

Zij wijst mij op een boom in fris groen blad. Ik wijs haar op door wilde zwijnen omgewoelde bosgrond. Ze zegt dat ze vannacht ze de wolven had horen huilen en toen helemaal geen oog meer dicht deed. -Misschien wil ze daarom samen lopen.

Ze heet Leonie en is studente neuropsychologie, ze begint binnenkort aan haar master. Ik vertel haar kort over mijn ervaring met neuropsychologen. De meeste tijd zwijgen we.

Na een dik uur lopen we het bos uit en zeg ik dat ik even ga zitten en dat zij misschien liever doorloopt.(Ik denk dat ik dat hoopte) Nee ze loopt liever samen als het mij niet uitmaakt. Ok dan lopen we samen. Ik eet een banaan. Zij drinkt water uit een grote twee liter fles en neemt een tablet druivensuiker.

We lopen verder, op een vlakke ondergrond valt het wel mee maar berg op en berg af zie ik dat ze pijn heeft en de weg is meestal niet vlak.

Dan vertelt ze dat ze sinds gisterenmorgen niets meer gegeten heeft. Ik schrik, denk aan die banaan van net. We gaan zitten. Ik rommel wat en reik haar de thermosbeker aan. Ik heb nog nooit iemand zo zien genieten van een cup-a-soup, en van een muslireep en een proteïnebar. Matteüs 25,35 ✅

Ik mag wel doorlopen zegt ze dan, ze heeft me al teveel opgehouden. Ik vraag: ‘wat wil jij?’ ‘Samen blijven lopen,’ zegt ze ‘Dan doen we dat.’ ‘U bent een engel’ zegt ze. Ik vertel haar dat ik 2 dochters heb.

Na een uur komen we bij een waterval. Ze wil een foto van me maken met mijn telefoon. Voor je dochters. Ik sta wat stijfjes. Ze doet voor hoe ik moet poseren. We lachen.

Ze verzorgt haar been en neemt pijnstillers. Ik kijk naar haar. Ze is een leuke meid, tenger maar stoer en een beetje een havermelktype. Terwijl ik op haar wacht zoek ik in de wandelgids naar een koffietentje niet ver van de route.

Dan vraagt ze of ze haar waterfles zou kunnen vullen met water van de waterval. Ook dat nog, ze heeft nog bijna een halve liter maar misschien is ze daarmee ook al sinds gisteren op rantsoen. Ik zeg: ‘we gaan koffie drinken hier vlakbij.’ Ze knikt en loopt mee. Ze eet twee wafels met warme kersen, drinkt een reuze-cola en vult haar waterfles.

De pijnstillers doen hun werk, een paar uur loopt ze wat makkelijker maar daarna zie ik haar weer steeds meer hinken. Zo nu en dan praten we wat maar de meeste tijd lopen we stil naast of achter elkaar. Ze is geen prater.

5 kilometer voor het Gasthaus lopen we over een kale heuvel als een enorme regenbui boven ons hoofd losbarst. Ik trek vliegensvlug mijn regenponcho aan. Zij staat er bij maar onderneemt zelf geen actie.

Na 10 minuten is de bui voorbij en zijn we drijfnat. De zon breekt door, we kijken samen naar de regenboog. Het water loopt mijn schoenen in. Leonie druipt van top tot teen. Ze haalt haar schouders op: ‘ik heb geen regenkleding bij me en mijn schoenen waren nog nat van vannacht. De tent is klein de rugtas en de schoenen moesten vannacht buiten blijven.

We verlangen allebei naar een warme douche en een zacht bed.

Als we tegen 6 uur eindelijk bij het Gasthaus aankomen, horen we opeens niet meer bij elkaar. Leonie heeft gereserveerd, zonder ontbijt. Ze krijgt een sleutel en sleept zichzelf en de enorme tas hinkend de trap op. Tjuus. Tjuus.

Die komt niet ver meer vanavond en gaat waarschijnlijk weer zonder eten naar bed.

De herbergierster loopt met mij mee en wijst me de ontbijtzaal en daarna mijn kamer.

De volgende morgen na het ontbijt als ik de sleutel in kom leveren vraag ik of de jonge vrouw al weg is. Nee, niets gezien. Ik laat een briefje voor Leonie achter en vraag de herbergierster haar op mijn kosten een ontbijt te geven. (Lucas 10,35 ✅)

Verder gaat mijn zorg niet reiken. Leonie is toch wel slecht voorbereid op pad gegaan. (Ik zou nu een verhaal kunnen vertellen over een fietssvakantie in Noorwegen toen Heijmert en ik ongeveer even oud en onervaren waren als Leonie… )

Maar ik kom nog even terug op Augustinus. Ik ben me aan het inlezen voor de retraite over de leefregel die hij geschreven heeft. Zijn regel wordt ook wel de regel van de liefde genoemd. Die regel blijkt nog heel actueel. Ik loop de deur uit voor de volgende etappe en neurie ‘ubi caritas et amor’. Dat wordt de muziek bij de podcasts van de retraite.

Wil je meedoen? kijk voor de details in de agenda en geef je op!

P.S Wat dit verhaal betreft beken ik: Matteüs 6,3 ❌

Comments

  • Marti
    April 25, 2023

    Succes Reintje!!
    Dat woord doet tekort aan jouw reis maar toch.
    Goede schrijfster ook, ik krijg ook zin maar ben bang dat ik ook zou strompelen.
    Alle goeds!!!

    Groet,
    Marti

    reply
    • Gabriëlle Franses
      April 25, 2023

      Mooi verhaal Reintje. Inspirerend!

      reply

Post a Comment