Over mij

In het blad ‘De Verwondering’ stond een interview met mij door Bert van der Kruk. Hierbij de tekst, mooier kan ik het niet zeggen.

De foto is van Duco de Vries.

“Bij het uitdelen van gezondheid stond ik achteraan in de rij. Al jaren heb ik een chronische darmziekte. Vijftien jaar geleden kreeg ik borstkanker en in 2015 een hersentumor. Bij de operatie hebben ze geprobeerd het zicht te behouden en ook het begrijpend lezen. Dat is gelukt, maar ik heb aan de operatie wel hersenletsel overgehouden. Ik ben heel gevoelig voor geluid en met name licht. Als het overdag erg licht is, komt dat ‘s nachts als een echo terug. Dan gaat opeens het licht aan in mijn hoofd. Deze vorm van kanker heeft de eigenaardigheid om op een gegeven moment agressief te worden. Daar kunnen ze niet veel tegen doen, dus dat is geen fijn vooruitzicht. Ik leef met forse beperkingen, al zie je dat er niet direct aan af. Ik ben verschillende keren omgeschoold, omdat ik door mijn slechte gezondheid niet meer kon doen wat ik deed. Nadat ik in de jeugdhulpverlening had gewerkt, ging ik theologie studeren. Ik werd gemeentepredikant, totdat het met die darmziekte van mij erg lastig werd. Vervolgens werd ik interim-predikant, met heel veel plezier. Totdat die hersentumor opspeelde. Na de operatie was duidelijk dat ik niet meer structureel kon werken. Dat was een nieuwe tik. Dertig jaar geleden is mijn dochter Janneke overleden. Ze had ook kanker en is daar na drieënhalve maand aan gestorven. Ik had haar tweelingzusje nog aan de borst.

Ik herinner me dat ik kort daarna met een goede vriend op een bankje zat en we tegen elkaar zeiden: wie heeft ons verteld dat het leven alleen maar leuk zou zijn? Niemand. Ik denk dat ik dat ergens altijd wel geweten heb, ook toen al. Ik vraag niet snel: waarom overkomt me dit? Waarom zou het mij níet overkomen? Maar ik ben altijd huiverig als mensen zeggen dat je goed met verdriet kunt omgaan.Alsof je daarin zoveel te kiezen hebt.Ik heb het als een geschenk aanvaard dat ik redelijk goed met tegenslag kan omgaan. Dat ik altijd weer opstond en verderging. Ik kan me ook voorstellen dat ik er depressief van was geworden. Maar dat is dus niet het geval. Twee jaar geleden werd ik op een ochtend wakker en dacht: misschien ga ik wel dood aan die tumor, maar nu nog niet. De bel voor de laatste ronde is nog niet gegaan, dus wat zal ik vandaag eens doen? Wat kan ik wél met mijn beperkingen? De zomer na de operatie was heel licht, ik had overal de gordijnen dicht. In die duisternis werkte ik een plan uit dat ik al had sinds ik betrokken ben bij de kloosterorde van de Karmelieten: waarom brengen we die kloosterspiritualiteit niet terug in de protestantse kerk? Dat zal leiden tot een getijdengemeenschap op Hydepark in Doorn die verbonden is met een klooster in de cloud. In de kapel wordt elke morgen en avond gebeden, in het virtuele klooster volgen mensen dat. Bid en bemin, is de leefregel van De Binnenkamer. Er zijn massa’s mensen die aan mindfulness doen, waarbij het draait om aandachtig leven in het hier en nu. Dat heb ik zelf inmiddels ook wel geleerd, al had ik de les liever op een andere manier gekregen. Als ik teveel naar het verleden kijk, zie ik wat ik allemaal niet meer kan en word ik verdrietig. Daar moet ik niet te veel in zwelgen, dat heeft geen enkele zin. Bovendien had ik veel van wat ik nu meemaak, niet graag willen missen. Als ik te veel aan de toekomst denk, word ik ook niet erg vrolijk. Maar als ik aan vandaag denk, ach, dan zie ik gewoon een mooi leven.”