Iemand een tumortje gunnen

Soms zou ik  iemand een tumortje gunnen. Begrijp me goed, ik heb nog nooit iemand kanker, tyfus of de kolere toegewenst. Het is ook niet uit haat dat ik het zeg maar het heeft heus niet alleen maar nadelen om de dood in de muil te kijken.

De eerste keer dat iemand mij vroeg: ‘hoe doe je dat nu, als je leeft met de dood voor ogen?’ reageerde ik nog al flauw. Ik vroeg hoe de collega, -want het was een collega die de vraag stelde-, dat zelf deed, aangezien ook hij op een dag dood zal gaan en dat moment ook iedere dag dichter bij komt. Het verschil tussen hem en mij is niet fundamenteel maar gradueel.

Maar ja, hoe doe je dat? Normaal gesproken houden we ons met drukke banen, zorgtaken en een vol sociaal leven weinig bezig met onze eigen dood. We scheren er wel een beetje langs met opmerkingen over: ‘zo zou ik echt niet dood willen gaan of dat mag je op mijn uitvaart niet doen hoor’. Maar je echt realiseren dat er een dag komt dat de zon weer opgaat en jij er niet meer bij bent, is toch een lastige!

Dat we op een dag dood gaan weten we wel met ons verstand maar dat besef dringt maar mondjesmaat door. Het wordt gevoed als we rond een kist staan en stiekem uitrekenen hoe weinig de overledene met ons in leeftijd verschilde. Dan realiseren we ons dat wij op een dag ook aan de beurt zijn.

De vragenstellers hebben wel gelijk dat de dood bij mij zo opdringerig aanwezig is dat ik niet meer kan leven alsof ik nog alle tijd van de wereld heb. Leven heeft er urgentie van gekregen, ik vermors minder tijd. Na de borstkanker van 12 jaar terug had ik een bucketlist. Ik wilde (1) minstens een maand een stilteklooster in, (2) dwarsfluit leren spelen, (3) een icoon schilderen.  Dat wilde ik ook echt wel maar eerlijk gezegd rekende ik iedere nacht als ik wakker lag 13 + 5 uit. Als ik de vijfjaarsoverleving zou halen, was mijn jongste dochter 18. Ik wilde haar groot brengen. Dat was het enige dat er echt toe deed.

Ik heb twintig jaar als predikant gewerkt en aan heel wat sterfbedden gezeten, niemand zei: ik wilde dat ik harder voor de baas gewerkt had. Op je sterfbed is het te laat om te bedenken wat er echt toe deed. Een tumortje op zijn tijd helpt om te focussen. Hij hoeft niet ernstig te zijn, graag goed behandelbaar zelfs, maar wel een paar weken tussen diagnose en behandeling, een paar weken van angst en wanhoop om je te bezinnen wat voor jou van waarde is om je tijd, energie en talent aan te besteden en wat ballast is.

Vijf jaar later had ik alles van mijn bucketlist gehaald.  Dochter werd 18 en een groot gevoel van dankbaarheid stroomde door me heen en als ik een vromer mens geweest was had ik misschien gezongen: ‘nu laat Gij Heer uw dienstknecht gaan in vrede’ maar in werkelijkheid had ik wat aanvullende wensen gekregen. Mijn bucketlist groeit altijd van onderen af weer aan.

Het is natuurlijk helemaal niet gezegd dat wat mij hielp om te beseffen dat onze tijd schaars is ook een ander helpt. Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat ik hoop dat je vroeg genoeg de tijd neemt om je te realiseren wat er voor jou toe doet in het leven, in jouw leven.

Comments

  • Gerard
    January 15, 2018

    Mooi stuk. Dank je

    reply
  • Erika
    August 3, 2018

    Voor het eerst sinds lange tijd weer je blog gelezen. Prachtig geschreven en voor mij veel waard. Dank je wel! Je schreef: nu we verhuisd zijn heb ik weer tijd om te schrijven. Dan gefeliciteerd met je nieuwe huis en wat dat schrijven betreft: Graag! Liefs van Jauke en Erika

    reply
  • Peggy
    October 17, 2018

    Wauw. Op heel veel fronten. En op andere manier dan je kan vermoeden. Maar fijn dit van jou te lezen, dank je wel.

    reply

Post a Comment